{
De zondagen na Pasen
Na Pasen (31 maart) gaat er opnieuw een 40-daagse periode in. Deze duurt tot de Hemelvaart van onze Heer en er is gedurende deze periode maar één intentie: de aanwezigheid van de opgestane Heer. Alle vier de evangelisten berichten hierover.
Opvallend is dat de discipelen zoveel moeite hadden om te begrijpen wat zich rond Pasen afspeelde, hoewel zij toch als ingewijden kunnen worden beschouwd.
Toch kregen zij de opdracht om het werk van de Heer op deze aarde voort te zetten, ondanks al hun menselijke beperkingen.
Als wij proberen ons te verplaatsen in de rol van de discipelen, dan zijn er veel parallellen te zien. Alle beperkingen, die de discipelen lieten zien, vinden wij terug in onszelf, ongeacht onze toewijding en goede wil.
Ook wij hebben Hem niet kunnen volgen in de mysteriën van het lijden, de dood en de wederopstanding. Ook wij hebben moeite met het herkennen van Zijn aanwezigheid en zijn wij als het ware de Emmaüsgangers van de 21e eeuw, want ook wij voelen ons geroepen Zijn werk voort te zetten.
Hier liggen dus nog aardig wat opdrachten voor ons om aan te werken.
De discipelen reageerden verbijsterd bij Zijn verschijning en waren vol ongeloof.
Dergelijke verschijnselen komen echter wel vaker voor bij mensen die in dit leven een volledige Goddelijke realisatie hebben bereikt en die in zekere zin boven de natuurwetten staan. De Heer heeft na Zijn lichamelijke dood nog enige tijd bij de discipelen doorgebracht (op de berg Tabor) in een verschijningsvorm die wij niet kennen.
Deze verschijningsvorm wordt voor ons verzinnebeeld door de brandende Paaskaars.
Hemelvaart van onze Heer (9 mei) De aanwezigheid van de opgestane Heer is zichtbaar en nog steeds voelbaar in het symbool van de brandende Paaskaars gedurende de periode van Pasen tot Hemelvaart. Met Hemelvaart stijgt de Heer op naar Zijn eigenlijke tehuis. Als teken hiervan wordt de Paaskaars gedoofd. Wij worden als “achterblijvers” min of meer op onszelf teruggeworpen.
Wij moeten leren onze eigen relatie met de Goddelijke Vader op te bouwen en tegelijkertijd de relatie in onze eigen wereld te openbaren. Wij kunnen daarbij op niemand “leunen” en hier ligt dan voor iedereen een unieke eigen verantwoordelijkheid. Het voorbeeld is gegeven en wij hoeven het “alleen maar” na te volgen.
Pinksteren (19 mei):
Pinksteren, dat 10 dagen na Hemelvaart wordt gevierd, is het feest van de Heilige Geest. De Heilige Geest kunnen wij zien als de voortdurend werkzame Goddelijke kracht, die ons inspireert en die ons een gevoel van aanschakeling geeft met het Goddelijke leven.
De Heilige Geest wordt ook geassocieerd met een brandend en scheppend Vuur. Aan dit grote Vuur mogen wij telkens ons eigen vuur opnieuw ontsteken om ons eigen leven in verbinding te brengen met het Goddelijke Leven.
Drievuldigheidsdag (26 mei)
De zondag na Pinksteren vieren we H. Drievuldigheidsdag. Deze dag is een markeringspunt dat de eerste helft van het kerkelijk jaar scheidt van de tweede helft. Deze dag is gewijd aan de H. Drievuldigheid: Vader, Zoon en H. Geest. Deze drie verschillende aspecten van de Godheid smelten als het ware samen tot een eenheid op deze dag.
————————————————————————————————–-
Heilige Drievuldigheid
Zoals in het Graduale voor deze zondag wordt gezegd: “Er zijn drie getuigen in de hemel: Vader, het Woord (de Zoon) en de Heilige Geest; en deze drie zijn één”.
Er zijn echter ook getuigen op aarde: de geest, het water en het bloed; en ook deze drie zijn één. Deze aardse getuigen zijn symbolen of vertegenwoordigers van het geopenbaarde Goddelijke leven.
Zo verwijzen de geest en het water naar het scheppingsproces, dat zo mooi wordt beschreven in het boek Genesis. Geest en water kunnen we ook zien als twee complementaire (mannelijk en vrouwelijk) oerprincipes waardoor de Godheid tot openbaring kan komen.
De H. Drievuldigheidsdag is een bijzondere gelegenheid om (door alle beschrijvingen heen) in directe aanraking te komen met het Grote Mysterie.
Triquetra als symbool voor de H. Drievuldigheid
Als symbool voor de H. Drievuldigheid wordt in de Christelijke symboliek wel het triquetra gebruikt (zie afbeelding).
Triquetra is een Latijnse naam (letterlijk: driehoekig) voor een Keltisch religieus teken.
Het symmetrisch vlechtwerk verwijst naar de ondeelbaarheid en gelijkheid van de Heilige Drievuldigheid (de Vader, de Zoon en de Heilige Geest).
Veel religies beschouwen 3 als een heilig getal. Een symbool met drie in elkaar grijpende cirkels, is teruggevonden op 5000 jaar oude indiaanse religieuze beelden, maar van het triquetra-symbool zelf werden in Noord-Europa de vroegste sporen gevonden uit de 8e eeuw.
Op zich is het triquetra een Keltische knoop. Bij de Kelten en heksen staat het triquetra voor maagd, moeder en oude wijze vrouw. Het symboliseert Leven, Dood, en de Hergeboorte en de drie natuurkrachten: Aarde, Lucht en Water
Pinksteren
Op deze bijzondere feestdag vond volgens de Handelingen der Apostelen de uitstorting plaats van de H. Geest. Er werd de grote geestelijke impuls gegeven waarmee de Kerk van Christus een aanvang nam: Zijn leerlingen gingen letterlijk en figuurlijk op weg om het Evangelie te verkondigen, zoals de opdracht luidde.
Wat is nu dat Pinksterfeest en wat de H. Geest? Je kunt je afvragen of het Pinkstergebeuren zich wel precies zo heeft afgespeeld als de bekende tekst uit de Handelingen van de apostelen.
Op veel plaatsen in het Nieuwe Testament wordt over de Heilige Geest gesproken. De macht van de Heilige Geest is zeer groot. We lezen dat ook in de Handelingen der Apostelen: Paulus ontmoette in Efeze enkele leerlingen. Hij vroeg ze, of ze de Heilige Geest wel hadden ontvangen, toen ze tot geloof kwamen. “Heilige Geest? Nooit van gehoord”. "Hoe bent U dan gedoopt?" vroeg Paulus toen.
En ze antwoordden: "Met de doop van Johannes". En Paulus vertelde ze: “Johannes doopte de mensen ten teken van een nieuw leven en zei hen, dat ze moesten geloven in de man die na hem kwam, in Jezus."
Toen ze dat gehoord hadden, lieten ze zich dopen in de Naam van de Heer Jezus. Paulus legde hen de handen op en de Heilige Geest kwam over hen. Ze spraken in vreemde talen en profeteerden.
Jezus heeft vóór Zijn tenhemelopneming ook de komst van de Heilige Geest beloofd: een stukje gaat daarover uit het Heilig Evangelie, uit de Handelingen der Apostelen:
"Eens toen Hij bij hen was, beval Hij hen Jeruzalem niet te verlaten. Jullie moeten wachten, zei Hij op wat Mijn Vader jullie heeft beloofd en waarover Ik jullie verteld heb. Want Johannes heeft gedoopt met water, maar jullie zullen binnenkort worden gedoopt met de Heilige Geest."
Drie dingen treffen ons bij de gave van de Trooster op de dag van Pinksteren.
Ten eerste: het is een gave aan het gehele volk van God; zij werden allen “vervuld van de Heilige Geest". De gave of het "charisma" van de Geest werd niet alleen aan bisschoppen of priesters, maar aan elke gedoopte geschonken. Ze zijn allen dragers van de Geest, zij zijn allen in de echte betekenis van het woord "charismatisch".
Ten tweede: het is een eenheid: "Zij waren allen bijeen op dezelfde plaats".
De Heilige Geest maakt de velen tot één Lichaam in Christus. De nederdaling van de Geest op Pinksteren heeft het omgekeerde effect van de toren van Babel.
De Geest brengt eenheid en wederzijds begrip, Hij (of Zij) stelt ons in staat te spreken met één stem. Hij maakt individuen tot personen. Over de eerste christelijke gemeenschap in Jeruzalem, in de periode onmiddellijk na Pinksteren, wordt gezegd dat zij "alles gemeenschappelijk bezaten en één van hart en één van ziel waren"; dit zou het kenmerk moeten zijn van de Pinkstergemeenschap van de Kerk in alle tijden.
Ten derde: de gave van de Geest is een "gave van verscheidenheid": het vuur werd in tongen "verdeeld" en zij werden aan elk van hen afzonderlijk meegedeeld. De Geest maakt ons niet enkel allen één, maar Hij maakt elk van ons ook verschillend.
Op Pinksteren werd de veelheid van talen niet vernietigd, maar zij hield op een oorzaak van scheiding te zijn; ieder bleef zijn eigen taal spreken, maar door de kracht van de Geest kon ieder ook de anderen verstaan. En hiermee komen we weer dicht bij huis.
Ook al zijn wij "dragers van de Geest", laten wij de Geest dan ook door ons spreken? Is het niet zo dat wij, ofschoon we allemaal de Nederlandse taal spreken, we elkaar toch heel vaak niet verstaan?
En dan ook "verstaan" in de zin van het Duitse "verstehen", begrijpen. En we begrijpen elkaar niet, omdat we vaak teveel "Ik-gericht" zijn. We luisteren maar met een half oor, want we moeten nog zo nodig dit en we moeten nog dat…… We nemen niet de tijd om ons op de ander in te stellen, ècht te luisteren met ons hart en ons door de Heilige Geest in ons te laten inspireren tot een woord van begrip, een woord van troost.
"En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest". Zo staat het in de Handelingen van de Apostelen. In de tekst uit de Brief van Petrus aan Filippus, wordt dit ook zo mooi verwoord en dat eindigt met de tekst: “Toen gingen de apostelen uiteen in de vier windrichtingen om te prediken volgens de vier evangeliën. En ze gingen aangevoerd door een kracht van Jezus, in vrede”. In dit traktaat uit de Nag Hammadi-bibliotheek worden duidelijk gnostische denkbeelden verwoord. De titel van dit geschrift suggereert dat dit een soort leerbrief zou zijn (zoals de brieven van Paulus) maar dat is niet zo. Het is het verhaal van de vergadering van de apostelen en wat daarna gebeurt: de verschijning van Jezus.
Pinksteren is de 50ste dag na Pasen. Vijf is het getal van de menselijke manifestatie in de stof en een nul achter een cijfer duidt op een hoger octaaf van bewustzijn. Dit: 'Pinksteren' moest dus gebeuren 50 dagen nadat de Christusgeest in de mens was opgestaan oftewel tot bewustzijn gekomen, om volledig tot een vormgevende kracht te kunnen worden en zich in aardse vorm te manifesteren. Dit neerdalen in het menselijk hart van het Hoogste geestelijke principe is een bewustzijnsverruiming die men telkens beleeft wanneer men hoog genoeg kan opstijgen. Als de Christus in de mens is geboren staat hij op, de H. Geest kan op hem nederdalen, het paradijs opent zich!
Dat 'Gods geheim', dat in het diepst van het hart ontvangen en beleefd wordt, dat is de H. Geest, dat is Pinksteren. Het is het vermogen om te doden wat niet levenswaard is, om oud puin en oude verstarde vormen weg te ruimen en het nieuwe, schone en blijde te doen opleven.
Het is ook niet voor niets dat op deze dag vaak de hogere wijdingen plaatsvinden. De Heilige Geest als voortdurende werkzame Goddelijke Kracht die ons inspireert en die een aanschakeling geeft met het Goddelijk Leven.
Laten wij ons op deze dag in het bijzonder openstellen voor die Geest, die ons ook die grote geestelijke impuls kan geven als waarmee de eerste christenen de weg van hun Meester gingen om net zoals zij het Evangelie te verkondigen. En dan niet zozeer het letterlijke Bijbelse verhaal, maar meer de blijde boodschap van Zijn Leven en Liefde, want:
“Ziet, Ik ben met u, alle dagen, tot de voleinding der wereld”.