{
terug terug verder verder

Diversen

verder verder

GESCHIEDENIS VAN DE ST. FRANCISCUS-GEMEENTE IN ROTTERDAM

KERKGEMEENTE ST. FRANCISCUS in Rotterdam 80 JAAR!

Door Ronald Engelse, e.a. priester van kerkgemeente in Rotterdam

Tachtig jaar geleden, in de periode mei-juli 1925 werd onze gemeente geboren, na een zeer voorspoedige voorbereidingsperiode, die begon met de eerste H. Mis op zondag 24 september 1922, in een ruime huiskamer in de woning  Virulyplein 6b, op 200 meter van onze huidige kapel. Ik ben in oude documenten gedoken om meer gegevens uit die tijd op te diepen. Het was de tijd dat onze Kerk en de toen daarmee zeer nauw verbonden Theosofische Vereniging een enorme bloei doormaakten, in de verwachting dat er een nieuwe Wereldlaar zou komen, in de persoon van de toen 30-jarige Krishnamurti.Krishnamurti

1922-1925 Aanloop

Op zondag 24 september 1922 werd in de private kapel aan het Virulyplein de eerste H. Mis opgedragen door priester Ir. B. Wouters. Voor zover we weten was dit de eerste openbare Vrij-Katholieke H. Mis in Rotterdam - het nog prenatale begin van onze kerkgemeente. Bij deze stille mis waren vijf communicanten aanwezig. In oktober en december 1922 werden in dezelfde ruimte doopdiensten gehouden.

In het jaar daarop werden vanaf 21 januari één of tweemaal per maand gezongen missen gehouden, in een private kapel (Mathenesserlaan 482). Pr. Wouters leidde alle diensten en doopte  9 personen in dat jaar.. Bij de gewone diensten kwamen tussen 12 en 23 communicanten. Op 8 april 1923 werd er in de eerste ledenvergadering (aanwezig 13 leden) gesproken over de stichting van een zelfstandige kerkgemeente, in de vorm van een vereniging. Hiervoor was in die jaren koninklijke goedkeuring nodig. Er werd een voorlopig bestuur gevormd, waarin priester en mevrouw Wouters gekozen werden en er werden ontwerpstatuten gemaakt. Een bijzondere gebeurtenis was het bezoek op  zondag 16 september van  Mgr. King (uit Engeland) aan de kapel. Hij gaf aan 20 mensen het H. Vormsel. Ook gaf hij enkele kleine wijdingen. Bij deze dienst waren maar liefst 60 personen aanwezig.

Bezoek bisschop Mazel

De aanvraag voor koninklijke goedkeuring der ontwerpstatuten was uitgesteld tot de komst van Mgr. Jhr. J.A. Mazel uit Nederlands-Indië. Hij was sinds 1919 regionaris van het toenmalige Nederlandse Rijksdeel, en was in januari 1924 bovendien benoemd tot regionaris van de Nederlandse kerkprovincie. Op 17 juli 1924 presideerde de bisschop een zeer drukbezochte ledenbijeenkomst in Rotterdam. In die vergadering werd voor de eerste maal gesproken over de inrichting van een nieuw, eigen kerkgebouw.

Het is interessant wat de bisschop te vertellen had over de organisatiestructuur van de Nederlandse Kerkprovincie en haar gemeenten. De meeste uitgangspunten zijn tot op heden onveranderd gebleven. Hij wijst erop dat ‘het kerkgenootschap als zoodanig’ geen bezittingen zal hebbenwel de gemeente’. En dat de priester, die tot op dat moment voorzitter van het bestuur was, niet langer deel mocht uitmaken van het bestuur; hij kreeg wel het recht van veto.  ‘Priesters zullen uitsluitend geestelijk werk doen. Ook zullen zij met de financiën geene bemoeienis hebben opdat wat dat betreft in de verre toekomst geen blaam op de Priesterschap vallen kan’. Hoewel de gemeenten autonoom zullen zijn, vindt de bisschop het toch wel wenselijk dat er ‘zooals in Indië al het geval is, eene stichting gevormd zal worden, die een centraal lichaam voor het geheele land zal zijn en waarvan leden der Kerk deel kunnen uitmaken’. ‘De gewestelijke bisschopis ‘in eene zoodanige stichting de hoofdpersoon maar bemoeit zich ook hierin om de bekende redenen niet met de financiën’. De bisschop roept op in de gemeente een gilde te vormen, en mee te werken aan het samenstellen van een Nederlands gezangenboek, en hij wees er nadrukkelijk op dat ‘de verzen opgewekt, vertrouwend en vreugdevol moeten zijn en dat daar niets van bloed en tranen en andere neerdrukkende elementen in voor mogen komen, daar deze niet strooken met de opvattingen in onze Kerk gehuldigd’.

Op een vraag antwoordt de bisschop: ‘We moeten geen propaganda maken zoals men dat voor gewone vereenigingen wel doet…Onze propaganda moet zijn onze dienst, die zoo schoon mogelijk moet zijn,  en zoo goed als mogelijk is moet worden uitgevoerd, zoodat daar veel van uitgaat’…. ‘Verder moeten we de mensen wel spreken over de groote vrijheid die bij ons heerscht en  dat ieder ter communie kan komen, zonder dat daarvoor biecht of andere dingen aan behoeven vooraf te gaan.’.   

De gemeente groeide gestaag.  In 1924  werd om de 14 dagen een H. Mis gevierd. Op 3 augustus kwam Mgr. Mazel weer naar Rotterdam. Hij gaf aan 7 personen het H. Vormsel.

Nog steeds leidde Pr. Wouters alle gewone diensten, hij bediende aan 24 mensen het sacrament van de doop en er werd één huwelijk ingezegend. Men huurde nog steeds de private kapel aan de Mathenesserlaan (à 6 gulden per zondag).

1925 Naar een volwaardige kerkgemeente

Rechtspersoonlijkheid

In 1925 kwam alles in een stroomversnelling: Op 31 mei 1925 deelt de voorzitter in een bestuursvergadering mee dat ‘goedkeuring op de statuten is verkregen en dus nu de Vereniging de Vrije-Katholieke Kerk rechtspersoonlijkheid verkregen heeft’. Ook deelt hij mede dat hij in de Havenstraat een leegstand kerkgebouw heeft bezichtigd, dat geschikt is voor onze diensten.

Op 2 juli wordt – met 21 leden - de eerste officiële ledenvergadering gehouden. Men kiest een bestuur: mevrouw Wouters wordt tot voorzitter gekozen. Ook wordt een gilde samengesteld en priester Wouters vertelt over het gebouw aan de Havenstraat – er zijn 500 zitplaatsen ‘en dit aantal kan nog uitgebreid worden met 200 plaatsen, als men de galerijen meêrekent’…. ‘Een ideaal gebouw waarin we voorloopig nog wel wat ruim zullen zitten’.  ‘Eén factor ontbreekt voorloopig nog en dat zijn de noodige fondsen’ (geschat op 75.000,- gulden). De leden blijken echter ‘meer te voelen voor een nieuw Kerkgebouw’ en zo zou het geschieden.

kerk 

St. Franciscuskerk Rotterdam, Rauwenhofstraat  57. Ontwerptekening van de  architect.

 

Een eigen kerkgebouw

Reeds op 9 juli was er iemand bereid gevonden het nieuwe kerkgebouw te bekostigen, ‘mits de leden zelf voor de aankoop van de grond zouden zorgen’.Pas later zou blijken dat deze weldoenster mevrouw E. (Esther) Crol-Halbertsma  was. De oudere leden van onze gemeente zullen zich haar nog herinneren.

Er breekt een zeer druk jaar aan: een bekend architect (Ir. M. Lockhorst) ontwerpt een gebouw voor 280 á 300 personen, dat meteen in de smaak valt; er wordt eigenlijk alleen gepraat over de plaats van het orgel en de entree van het gebouw. En rondom het gebouw wordt er een smalle tuin in het ontwerp opgenomen, een wens van Pr. Wouters. Een bekend pijporgeldeskundige (de Lutherse organist de heer Schaddelee) wordt in de arm genomen bij de keuze van het orgel. De bouwgrond – Rauwenhofstraat 57 -  wordt op 21 november 1925 aangekocht, met een hartelijke financiële medewerking van de (burger)gemeente Rotterdam. Priester Wouters roept de kerkleden op de werkers in de bouw tijdens het ochtendgebed geestelijke steun te schenken.

 

Het prachtige pijporgel met daaronder de steen ter herinnering aan de eerste steenlegging op 5 april 1926 door Mgr. Dr. J.I. Wedgwood. De steen siert nu de gevel van de kapel in de Gerrit v. d. Lindestraat.

 

In dezelfde vergadering (15 oktober 1925) aanvaarden de leden unaniem het voorstel van de priester om ‘de Kerk te noemen naar de H. Franciscus van Assisi)’. Enkele bouwkundige details worden nog uitgewerkt (verwarming, lantaarns bij de ingang). Op Oudejaarsavond 1925 komt de mededeling dat met de bouw begonnen kan worden.

Er wordt veel aandacht besteed aan de financiering van de inrichting. Hypotheken en leningen worden gesloten, maar er wordt ook op de dubbeltjes gepast: zo wordt er koffie en thee geschonken voor de Lutherse kerk, om uit de opbrengst keukenartikelen te kunnen aanschaffen. 

Op 5 april 1926 komt Mgr. Dr. J.I.  Wedgwood de eerste steen leggen. En op 15 augustus van dat jaar verricht dezelfde Mgr. Wedgwood ook de ‘Plechtige Wijding van de St. Franciscuskerk’.  Aanwezig waren ongeveer 300 mensen, van wie 124 communicanten. Onder hen waren 8 priesters (o.m. Prof J.E. van der Stok, Pr. Schuurman en pr. John Cordes uit Wenen). Priester Cochius, vicaris generaal, hield een toespraak. Hij sprak de hoop uit dat dit nieuwe gebouw, opgedragen aan de Heer van Liefde en zijn dienaar St. Franciscus, een middelpunt van zegening voor de omgeving mocht zijn. In het spraakgebruik van die tijd was de Heer van Liefde dezelfde als de Heer Maîtreya, de kosmische Christus, die gezien werd als de bezielende kracht achter de nieuwe Wereldleraar.

Daarmee was de St. Franciscusgemeente in Rotterdam van een kerkgemeente in voorbereiding, samenkomend in een gehuurd zaaltje, binnen een jaar uitgegroeid tot één van best toegeruste Vrij-Katholieke gemeenten in Nederland!  Uit alles blijkt dat Pr. Wouters en zijn echtgenote vanaf het begin in 1922 tot in de tweede wereldoorlog de dragende krachten achter de St. Franciscusgemeente zijn geweest. Ik heb nog een beeld van hem ‘op mijn netvlies’ uit de tijd dat hij optrad in de Theosofische Vereniging in Nederland (omstreeks 1950). Maar zonder de offervaardigheid van mevrouw E. Crol-Halbertsma (1871-1970) zou waarschijnlijk nooit zo’n voorspoedige start zijn gemaakt.   

Het wekelijks aantal communicanten nam toe van plm. 20 in 1925 tot 30  in 1926 en enkele jaren daarna.  Na de uittreding van J. Krishnamurti uit de Orde van de Ster en de invloedsfeer van de Theosofische Vereniging zou het aantal communicanten iets teruglopen tot 20 a 30 mensen per  ‘gewone’ zondag in 1935. De ’kerk voor zevenhonderd mensen’, die Pr. Wouters voor ogen had in het voorjaar van 1924 is nooit gevuld geweest. 

 

Interieur van de St Franciscuskerk in Rotterdam

Jubileum

Als jubileumdatum komen verschillende data in aanmerking: de eerste H. Mis op 24 september (1922), de eerste bestuursvergadering op 8 april (1923), de ondertekening van de Koninklijke goedkeuring der statuten in mei, gevolgd op 31 mei (1925) door de mededeling daarover in het bestuur en op 2 juli (1925) door de eerste ledenvergadering van de vereniging met rechtspersoonlijkheid. Een memorabele dag was ook 15 augustus 1926, de dag van de kerkwijding. Maar het indrukwekkende kerkgebouw is eind vorige eeuw gesloopt en dan houden die jubileumvieringen natuurlijk op. 

 

Bij een H. Mis  tijdens het Sterkamp in Ommen (1925) waren 1000 Sterleden, onder wie 20 priesters aanwezig. Krishnamurti ging dat jaar ook voor in een Hindoese puja (een offerdienst in de tempel). De Orde van de Ster was opgericht om de Komst van de Wereldleraar voor te bereiden. 

 

Kerkgemeente Rotterdam St. Franciscuskerk Gerrit van der Lindestraat 65, 3022 TE Rotterdam