Essenties
Korte samenvatting van de opvattingen
1. De Vrij-Katholieke Kerk leert het bestaan van God,
oneindig, eeuwig transcendent en immanent. Hij is het Ene
Bestaan waaraan alle andere vormen van bestaan zijn
ontleend. "Want door Hen hebben wij het leven, het bewegen
en het zijn" (Hand. 17:28).
2. God openbaart Zich in Zijn heelal als een Drievuldigheid,
in de Christelijke Godsdienst Vader, Zoon en Heilige Geest
genaamd, drie personen in één God, gelijkwaardig en
gelijkelijk eeuwig; de Vader de bron van alles; de Zoon het
Woord dat onder ons gewoond heeft; de Heilige Geest de
levendmaker, de bezieler en de heiligmaker.
3. De mens is een samenstel van geest, ziel en lichaam. De
geest van de mens, geschapen naar Gods beeld, is in wezen
goddelijk. Daarom kan hij niet ophouden te bestaan; hij is
eeuwig en de heerlijkheid en luister van zijn toekomst zijn
zonder grenzen.
4. Christus leeft altijd als een machtige geestelijke
tegenwoordigheid in de wereld waar Hij Zijn volk leidt en
kracht geeft. De goddelijkheid die in Hem was geopenbaard
ontplooit zich geleidelijk in ieder mens, totdat elk zal komen
"tot de volmaakte Man, tot de gehele omvang van de volheid
van de Christus." (Efez. 4:13).
5. De wereld is het toneel van een geordend plan, volgens
welke de geest van de mens voortdurend zijn vermogens
ontplooit door zich herhaaldelijk in verschillende
levensomstandigheden en ervaringen te manifesteren. Deze
geestelijke ontplooiing heeft plaats volgens een
onverbrekelijke wet van oorzaak en gevolg. "Wat een mens
zaait zal hij oogsten" (Gal. 6:7). Zijn handelingen in elke
incarnatie bepalen grotendeels zijn ervaringen na de dood in
de tussenwereld (of wereld van loutering) en in de
hemelwereld, en beïnvloeden sterk de omstandigheden van
zijn volgende geboorte. De mens is een schakel in een lange
levensketen die zich uitstrekt van het Hoogste tot het
laagste. Zoals hij degenen helpt die beneden hem staan, zo
zal hij zelf ook geholpen worden door degenen die boven
hem staan op de levensladder, en zo een vrije genadegave
ontvangen. Er bestaat een gemeenschap van heiligen,
rechtvaardigen, die volmaakt geworden zijn, of heiligen die
de mensheid helpen. Er bestaat een Engelenrijk.
6. De mens heeft ethische verplichtingen tegenover zichzelf
en jegens anderen. "Gij zult de Heer uw God beminnen met
geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand. Dit
is het voornaamste en eerste gebod. Het tweede, daarmee
gelijkwaardig: Gij zult uw naaste beminnen als uzelf. Aan
deze twee geboden hangt heel de Wet en de Profeten."
(Matth. 22:37-40) Het is de plicht van de mens het
goddelijk licht in zichzelf en in anderen te leren zien, "het
ware licht, dat ieder mens verlicht" (Joh. 1:9). Omdat de
mensen zonen van God zijn, zijn zij broeders en
onafscheidelijk verbonden: dat wat de één deert, schaadt
de gehele broederschap. Vandaar dat de mens als een
plicht verschuldigd is aan God, Die in elk mens aanwezig
is, ten eerste voortdurend te trachten te leven naar het
hoogste in hem, waardoor hij het mogelijk maakt dat de
inwonende God zich meer volkomen kan openbaren; ten
tweede het feit die broederschap te erkennen door
voortdurend te streven naar onzelfzuchtigheid, door liefde
en achting voor, en dienstvaardigheid ten opzichte van zijn
medemensen. Dienst aan de mensheid, eerbied voor alle
leven en offeren van het lager zelf aan het hoger zelf zijn
eisen voor geestelijke groei.
7. Christus stelde de verschillende sacramenten in, waarin
ons een innerlijke en geestelijke genade wordt geschonken
door middel van een uitwendig en zichtbaar teken. Er zijn
zeven riten, die als sacramenten te beschouwen zijn, nl..
Doop, Vormsel, Eucharistie, Absolutie, Heilig Oliesel,
Huwelijk en Priesterschap. De leer van deze sacramenten
is voldoende toegelicht in de geautoriseerde Liturgie van
de Vrij-Katholieke Kerk. Christus, het levende Hoofd van
de Kerk, Die Hij heeft gesticht, is de ware Bedienaar van
alle sacramenten.
Aangezien de Vrij-Katholieke Kerk allen die naar waarheid
zoeken, als haar leden verwelkomt, verlangt zij niet van
haar leden dat zij de officiële beginselverklaring of de korte
samenvatting van de leer, zoals die hierboven is afgedrukt,
aanvaarden. Deze moet echter beschouwd worden als de
bijzondere bijdrage van de Vrij-Katholieke Kerk aan het
Christelijk denken.
De bisschoppen van de Vrij-Katholieke Kerk zijn bereid om
als kandidaten voor wijdingen slechts diegenen te aan-
vaarden die in algemene zin met de beginselverklaring en
deze korte samenvatting instemmen.