Geloofsopvattingen (4)
Inzichten van de VKK
De Vrij-Kat
holieke Kerk gelooft dat er een samenstel van
innerlijk weten, mystieke ervaring en inzichten bestaat die alle
godsdiensten met elkaar gemeen hebben en waarop geen
enkele godsdienst aanspraak kan maken als zijn uitsluitend
bezit. Zij beweegt zich binnen de sfeer van het Christendom
en beschouwt zichzelf als een bij uitstek Christelijke Kerk,
maar is ondanks van mening dat andere godsdiensten
goddelijk geïnspireerd zijn en dat allen uit één
gemeenschappelijke bron voortkomen.
Hoewel elke godsdienst de nadruk zal kunnen leggen op
verschillende aspecten van deze leer, kunnen enkele
gezichtspunten zelfs tijdelijk geheel uit het oog worden
verloren.
Inzichten als hierboven beschreven berust op haar eigen
intrinsieke waarde en vormt dat ware katholieke geloof, dat
katholiek is omdat het de formulering is van universele
beginselen in de natuur (uit: Beginselverklaring van de Vrij-
Katholieke Kerk).
De volgende samenvatting van de Leer is een nauwkeurige,
officiële verklaring van hetgeen de bisschoppen van de Vrij-
Katholieke Kerk vanaf haar begin
eenstemmig hebben beleden als de
universele beginselen inde natuur, die -
hoewel niet uitputtend behandeld - de enige
grondslag vormen voor een verstandelijk te
verklaren heelal; de schepping of
"emanatie" van een alomtegenwoordige
Schepper, Die de bron en belichaming is van
Liefde, Mededogen, Onveranderlijke
Wetmatigheid en Eeuwig Leven.
Deze bisschoppen zijn van mening dat onze Heer hun de
leiding heeft toevertrouwd van deze "Nieuwe Hervorming" in
Zijn Kerk. Zij geloven dat deze leringen ´eeuwige waarheden´
zijn en dat alle mensen ze eens zullen aanvaarden en
dienovereenkomstig leven. Desondanks eisen zij van niemand
dat zij deze waarheden aanvaarden als een voorwaarde voor
het lidmaatschap van de Kerk of voor het ontvangen van de
Sacramenten, zoals de H. Communie. Niettemin zullen
kandidaten voor het priesterschap, die de voorgangers in de
Kerk moeten worden, slechts worden gekozen uit diegene, die
uit eigen intuïtie of inzicht reeds tot de aanvaarding zijn
gekomen van deze leringen, als waarheden in algemene zin,
die zij naar eer en geweten aan anderen kunnen onderwijzen,
die zoekende zijn naar Waarheid.
Filosofische grondslag
De Vrij-Katholieke Kerk stelt geen speciale eisen aan het
geloof van haar lidmaten. Zij vraagt slechts bereidheid samen
in een geest van broederschap aan de eredienst te willen
deelnemen volgens een gemeenschappelijke Liturgie. Dat
houdt niet in dat zij geen filosofie zou bezitten die zij voor
waarheid houdt. Zij heeft duidelijke opvattingen, die zij
onderwijst; doch zij eist de aanvaarding van deze opvattingen
niet als voorwaarde tot het ontvangen van de sacramenten.
De Vrij-Katholieke Kerk is namelijk de mening toegedaan dat
hetgeen waar is eens door alle mensen als waarheid zal
worden ingezien en dat zij dan hun levens dienovereenkomstig
zullen inrichten. Zij is ervan overtuigd dat "een waarheid voor
de mens geen waarheid kan zijn, noch een openbaring een
openbaring, totdat hij inziet dat deze voor hemzelf waar is".
Kandidaten voor het priesterschap worden gekozen uit
diegenen, die door eigen studie of door, uit innerlijke
aanschouwing verworven tot inzicht zijn gekomen en in
algemene zin de geestelijke opvattingen aanvaarden die zijn
uiteengezet in de Essenties van de Vrij-Katholieke Kerk.
Deze overtuiging leert het bestaan van God, die zich
openbaart als scheppende Drievuldigheid; dat de mens,
geschapen naar het beeld van Gods Eeuwigheid, deel heeft
aan het goddelijke Leven en de goddelijke Aard en
voorbestemd is om eens de verheerlijkte staat van
volmaaktheid te bereiken. De mens evolueert door
opeenvolgende aardse levens (reïncarnaties), waarin hij
ervaring opdoet volgens de volmaakte goddelijke wet
van absolute gerechtigheid (de wet van oorzaak en
gevolg of karma). Ieder mens zal onvermijdelijk de
vruchten oogsten van al zijn gedachten, gevoelens en
gedragingen, goed of slecht, leven na leven. De dood
wordt gevolgd door een overgangstijd waar de ziel zich
bevrijdt van elke drang naar kwaad en dan de beloning
oogst van haar goede daden in een hemel van
gelukzaligheid. Wanneer zij zich uiteindelijk bewust
wordt van de noodzaak meer aardse ervaring op te
doen om verder te kunnen evolueren naar het einddoel
van volmaaktheid, incarneert zij weer. Haar nieuwe
lichaam en de nieuwe levensomstandigheden
weerspiegelen dan wat zij verworven en geleerd heeft in
voorgaande levens.
Religieuze zienswijze
De Vrij-Katholieke Kerk is van oordeel dat Christus de
Christelijke godsdienst niet heeft willen stichten om
daarmee vroegere godsdiensten te willen veroordelen,
maar om nieuwe aansporing te geven aan de
zich ontplooïende mensheid, in het bijzonder
voor een grotere verwerkelijking van
onderlinge broederschap en wederzijdse
verantwoordelijkheid. Hij stelde Zijn
sacramenten in om daardoor vollediger en
rechtstreeks hulp en inspiratie aan de
mensheid te kunnen geven. De kerk is van
mening dat door de viering van de H.
Eucharistie, waaraan van ganser harte door
priester en gemeente wordt deelgenomen in
een geest van vreugde en blijdschap, een
overweldigende golf van belevendiging en begeestering
zich over de gehele gemeenschap uitstorten.
Gelovend dat de Heer dit aspect van de
Eucharistieviering benadrukt wenst te zien voor zijn
werk in brede zin, heeft de Vrij-Katholieke Kerk het tot
één van de voornaamste doeleinden van haar eredienst
gemaakt.
De H. Eucharistie
Met dit doel voor ogen werd de liturgie van de H. Mis
(en overige diensten) herzien, waardoor alle
uitdrukkingen van vrees en veronderstelde goddelijke
toorn werden verwijderd, evenals alle beelden van God,
die tegengesteld waren aan hetgeen Jezus ons leerde
over Zijn liefdevolle Vader. De Vrij-Katholieke eredienst
is er één van hoop, vreugde, en blijdschap, tot
uitdrukking gebracht door priester en gemeente in
hoogkerkelijke riten. De kerk gelooft in de leer van de
transsubstantiatie, d.w.z. dat in de handeling van de
consecratie de aard van het innerlijke leven of de
´substantie´ van brood en wijn vervangen worden door
het Licht van de H. Drie-eenheid, terwijl toch de
uiterlijke stoffelijke vorm van het brood en de wijn
ongewijzigd blijft. Het Licht van de H. Drie-eenheid,
tegenwoordig in Brood en Wijn, doorstraalt het wezen
van iedere communicant, belevendigt zijn geestelijke
aard en maakt hem voor een wijle tot een glanzend
spiritueel licht onder de mensen. Waar het H.
Sacrament wordt bewaard, blijft de uitstraling over de
hele wereld eromheen schijnen. Menigeen kan deze
invloed voelen bij het binnentreden van een kerk waar
de H. Hostie wordt bewaard in het tabernakel.