Geloofsopvattingen (2)
Schrift en overlevering
Naast de voortzetting van deze sacramentele riten
hebben de eerste volgelingen van Christus ook
bepaalde leerstellingen en ethische beginselen
meegegeven aan Zijn Kerk. Maar, er is veel van deze
oorspronkelijke leer van Christus verloren gegaan,
terwijl een deel door toevoegingen in de loop der
eeuwen onbegrijpelijk is geworden. Wat
overgebleven is blijft een erfenis van onschatbare
waarde die met liefdevolle zorg en eerbied moet
worden bewaakt.
De Vrij-Katholieke Kerk beschouwt de H. Schrift, en
de tradities van de Kerk als de middelen waarmee de
leer van Christus overgedragen werd aan Zijn
volgelingen. Op geen enkele wijze wordt daaraan
echter onfeilbaarheid in letterlijke zin toegekend.
De Vrij-Katholieke Kerk leidt er zekere beginselen
van geloof en gedrag uit af. Zij beschouwt deze als
fundamentele grondslag voor een juist begrip
en juist gedrag. In de formulering van dit
samenstel van leringen en ethische beginselen
neemt de Vrij-Katholieke Kerk in sommige
opzichten een aparte plaats in onder de
Christelijke Kerken.
Binnen de Christelijke kerk hebben altijd
verschillende ´scholen´ bestaan. De
middeleeuwse godgeleerden volgden het
filosofisch systeem van Aristoteles, maar de
vroegste Kerkvaders met wijsgerige inslag
waren Platonisten. De Vrij-Katholieke Kerk
heeft veel gemeen met de Platonische en Neo-Platonische
school van Christelijke overlevering. Waarbij de
duidelijkheid en de nauwgezetheid van de middeleeuwse
Wijsbegeerte (de Scholastiek) niet wordt onderschat.
Zij is van mening dat een theologie slechts in zoverre
zichzelf kan rechtvaardigen en van blijvende waarde kan
zijn, als zij een voortdurende toetsing in het licht van de
vooruitgang van de menselijke kennis en van de individuele
geestelijke bewustwording kan doorstaan.
Een dergelijke theologie draagt het karakter van een ´theo-
sofie´. Theosofie (van het Griekse woord ´Theosofia´ is
Goddelijke Wijsheid) verschilt van theologie door dat zij de
nadruk legt op het belang van het zoeken van elk individu
naar geestelijk begrip, mede gebaseerd op persoonlijke
ervaring.
Daar de mens in wezen goddelijk is kan hij uiteindelijk de
Godheid kennen in Wiens leven hij deelt. Door, gedurende
opeenvolgende levens op aarde, geleidelijk de
vermogens te ontwikkelen die in hem sluimeren, kan
hij tot een grotere kennis van het heelal komen, dat
zelf de uitdrukking is van goddelijk leven. Deze
methode van benadering van de Waarheid is van
oeroude oorsprong. Zij vindt volkomen rechtvaardiging
in de Heilige Schrift. Het begrip ´theosofie’ is steeds
weer naar voren gekomen in het godsdienstig denken,
zowel in het Oosten als het Westen. Het geeft aan dat
zowel mystiek als eclectische wijsbegeerte essentiële
bestanddelen zijn van de godsdienst. Op deze wijze
wordt de waarheid erkend, waar en onder welke
uiterlijke vorm die ook wordt beleefd.